Frankrijk is een veel bezocht land. Zelf ben ik er ook al heel vaak geweest, toch was er een gebied wat ik nog nooit bezocht had: Frans Baskenland. Ik had er niet zoveel verwachtingen van, maar ik werd positief verrast. Zo verrast dat ik er inmiddels meerdere keren ben geweest, want de natuur is hier prachtig. Maar dat niet alleen. Het is ook een hele aparte regio met een heel eigen cultuur. Met een eigen taal, sport, vlag en gerechten. De mooie witte huizen met rode luiken, de pelgrimsroute, de leuke steden en de ruige kustlijn maken dit tot een ideaal vakantiegebied voor avonturiers. Ben jij hier ook niet erg bekend? Lees dan hieronder mijn tips om 5x verrassend Frans Baskenland te ontdekken.

1. Bezoek Espelette

Espelette is een leuk klein plaatsje in Frans Baskenland. Wat je meteen opvalt is dat de witte huizen met rode luiken vol hangen met rode pepertjes. Deze speciale soort pepers worden alleen in Espelette en 9 omliggende dorpjes gekweekt en is erkend met het AOC-label. Er wordt streng gecontroleerd dat de peper uit deze streek komt voordat ze het label krijgen. Het verhaal gaat dat Columbus het plantje meenam uit Mexico, maar dat het nergens kon gedijen, behalve dan in de streek Aquitaine, waar Espelette ligt.

2. Foret d’Iraty en omgeving

Foret d’Iraty is een groot bos dat tegen de Spaanse grens aan ligt. Dit natuurgebied mag je echt niet overslaan als je naar Frans Baskenland gaat. We rijden langs bergweggetjes met mooie uitzichten en veel dieren op/langs de weg, zoals koeien, schapen, gieren en Potoks (paarden). En we lunchen lekker aan de rivier met uitzicht op mooie natuur en de Potoks paarden. Zoveel mooie natuur en vooral zoveel dieren, dat hebben we nergens nog zo gezien in Frankrijk. Wij zijn fan!

3. Gorges d’Holzarté

Deze kloof bevindt zich in de Haute Soule de meest Oostelijke provincie van Baskenland met de hoogste bergtoppen zoals Pic d’Orhy met zijn 2017 m. Op ong. 8 km van de Spaanse grens ligt een van de spectaculairste bezienswaardigheden van de Franse Pyreneeën: de Passerelle d’Holzarté, een enorme wiebelende hangbrug, 140m lang en 171 hoog. Vroeger (in 1920) werd de brug gebruikt voor de houtproductie, nu wordt deze gebruikt om het vee in de vroege zomer naar de hoger gelegen weiden te verplaatsen. Het pad ernaartoe is steil en vol keien die glad zijn bij vochtig weer (bij ons dus), gelukkig zijn er staalkabels op de moeilijkste plekken. Na ongeveer driekwartier lopen kom je bij het punt waar de Gorges d’Holzarté en de Gorge d’Olhadubi elkaar ontmoeten. Bij de brug heb je een spectaculair zicht op de kloof, wow wat mooi! Je kunt na de brug de route vervolgen, wij zijn na de brug weer dezelfde route terug gelopen. Voor ons was dit even voldoende.

4. Gorges de Kakouette

Een wandeling door een mooie kloof, die heel weelderig begroeid is. Op sommige plekken maar 3 m breed en wel 350m hoog. Soms flink klimmen maar meer dan de moeite waard. Met nat weer kun je deze beter niet wandelen, de houten planken en stenen worden dan spiegelglad

5. Roncevaux pass /puerto de Ibañeta, route naar Santiago de Compostela

De pas ligt op ruim 1000m hoogte. Van de pas en het uitzicht hebben we niet veel gezien, het was heel erg mistig namelijk. maar het gaat ook meer om de route ernaartoe die heel steil en bochtig omhoogklimt én waar je verschillende pelgrims tegen komt, op weg naar Santiago de Compostela. Dit maakt de weg gevaarlijk (overal lopende mensen op de weg) maar ook heel bijzonder. Daarom verdient dit een plekje in de 5x verrassend Frans Baskenland bezienswaardigheden.

Op zoek naar een leuke camping niet ver van Frans Baskenland? Kies dan voor camping Domaine d’Esperbasque en combineer Frans Baskenland met de streken Bearn en Les Landes.